Nieuwsbrief Mijn Russische tante

 

Mijn Russische tante /

Installatie in het kader van Art Gouda

De aanleiding

Ik heb een Russische tante. Als kind vond ik dat geweldig interessant en exotisch; iets wat anderen niet hadden. Maar toen ik ongeveer 50 jaar was heb ik haar geïnterviewd. Haar verhaal was minder rooskleurig dan ik als kind dacht.

Tante was een hoog opgeleid slim meisje in Moskou. Tijdens WOII werd ze door de Duitsers in Moskou gevangen genomen en te werk gesteld in de fabrieken van Nazi – Duitsland.

Mijn oom, de broer van mijn moeder, werkte in dezelfde fabrieken. Hij had een “betere positie', omdat Nederland zich had overgegeven en Rusland niet. Mijn oom en tante ontmoetten elkaar daar in Duitsland en werden verliefd; zoals zo veel Russische meisjes en Nederlandse jongens. Hij kon haar door zijn positie wat helpen met geld, spullen of beter werk.

Toen de oorlog voorbij was wilde zij terug naar Rusland, maar mijn oom haalde haar over mee naar Nederland te gaan. “Het kan altijd nog”, zei hij, zoals veel Hollandse jongens toen. Tante heeft haar moeder nooit meer levend terug gezien. Ze kon de eerste jaren niet terug naar Rusland gaan. Ze zou waarschijnlijk rechtstreeks naar Siberië verbannen worden, omdat ze beschuldigd zou worden van het bieden van hulp aan de oorlogsvoering van Nazi – Duitsland.

Het leven in Holland viel tante zwaar. Ze was een schoonheid, opgeleid, verfijnd en hing het orthodox Russisch geloof aan. Ook christelijk, maar door de verzuiling werd er duidelijk afstand gehouden. Mijn oma, haar schoonmoeder zei zelfs tegen haar buurvrouw: “Mijn zoon heeft een heiden getrouwd”.

Tante heeft zich vreselijk VERWEESD, het thema van deze expositie, gevoeld in Nederland en vooral niet welkom. Dit ging zover dat ze ziek en overspannen werd. Na jaren kreeg het stel met hun dochter een huisje op de Raam in Gouda, maar toen zij naar Den Haag verhuisde ging het beter met haar en vond zij haar plek.

Mijn oma was niet per se een slechte vrouw, maar na de oorlog waren de omstandigheden niet geweldig. De oudste dochter van mijn oma overleed in, niet aan, de oorlog. Zij liet een baby'tje na dat vele jaren bij oma in huis was. Mijn oma heeft in kamp Vught gezeten, verschillende van haar zonen werden te werk gesteld of hebben gevochten in Nederlands-Indië en zijn waarschijnlijk met trauma's terug gekomen. De tijd was niet ideaal om een schoondochter te ontvangen. Ook klasse- en cultuurverschillen zullen vele communicatieproblemen hebben gegeven.

De installatie

Mijn installatie legt zich toe op de tegenstelling:

Meisje in Rusland met een goede moeder – Vrouw in Nederland met een boze schoonmoeder.

Deze tegenstelling verwijst naar de overbekende sprookjes waar een meisje geholpen wordt om de overgang naar de volwassenheid te maken. De helper is meestal een wijze man of vrouw. In West Europa is dat bijvoorbeeld Assepoester. In Oost Europa zijn er zo'n zelfde sprookjes van Baba Jaga. Baba Jaga is een wilde heks die die wijze vrouw vertegenwoordigd. De heks helpt jonge meisjes door verschillende beproevingen heen door hen gebruik te laten maken van haar wijsheid en intuïtie om zo de overgang naar de volwassenheid te maken.

De installatie maakt zowel de tegenstelling als de beproeving zichtbaar.

Mijn tante en de 4000 à 5000 Russische oorlogsbruiden die naar Nederland zijn gekomen na de oorlog gedenk ik door deze installatie.

 

marie lexmond